Hans Kaljee: ‘Mensen raken gehecht aan bomen’
Iepen, daar hebben we er in Amsterdam heel veel van. Wel driehonderdduizend. Op de Wallen is dat niet anders. Sterker nog, langs de grachten van onze buurt staan alléén maar iepen.
Hans Kaljee kent ze allemaal. Kaljee is de bomenconsulent van de gemeente Amsterdam en d’Oude Binnenstad liep met hem over de Wallen – niet om dames, maar om de bomen te bekoekeloeren. ‘Kijk daar! Dat is toch de Mercedes onder de iepen’, zegt hij, wijzend op een jong boompje op de Oudezijds Voorburgwal vlak bij het Oudekerksplein.
Tegenwoordig zijn er wel vijf of zes iepensoorten, met als reden … de iepziekte. Kaljee: ‘De schimmel die de boom aantast wordt getransporteerd door de iepenspintkever en zo springt hij verder. Hij is meegekomen met een transport vanuit Azië. Daar hebben de iepen er geen last van, maar hier wel. Een eeuw geleden is men daarom op onderzoek uitgegaan. Via een veredelingsproces worden er nu iepensoorten gekweekt die veel beter bestand zijn tegen deze schimmel.’
Topboom
De iep is bij uitstek geschikt als stadsboom. ‘Hij groeit letterlijk tegen de wind in. Een taaie boom die het eigenlijk altijd goed heeft gedaan, ook toen het grachtenwater nog brak was. De iep is de topboom onder de bomen. Hij kan heel goed tegen de dynamiek van de stad, waar altijd wordt gegraven en altijd verkeer over de straten dendert.’
Vierhonderd jaar geleden stonden er volgens Kaljee vooral lindebomen, maar die trokken het niet. ‘Die houden bijvoorbeeld niet van brak water. Toen is zo’n tweehonderd jaar geleden de iep als alternatief gekomen. Dat werd een heuse monocultuur.’
Er zijn natuurlijk ook andere bomen.
Niet zoveel, maar ze zijn er wel.
‘Zoals platanen op de Nieuwmarkt: mooie mediterrane bomen die veel schaduw geven. Soms vind je ook nog kastanjebomen. Op de Dam staan acacia’s, en her en der is een es te vinden.’
Maar het is toch vooral iepen wat de klok slaat. Met variatie. ‘Zo hebben we op de Oudezijds Achterburgwal een speciaal soort iepen. Die bomen kleuren in de herfst rood.’ Met een glimlach: ’Dat is geen toeval natuurlijk.’
Ook nu de aarde opwarmt zal de iep niet snel worden verdreven. Kaljee: ‘Hij kan tegen extreme kou en tegen extreme hitte. Bovendien kan hij nattigheid goed aan. Toch zie je ook wel andere bomen nu, zoals de slaapboom. Die is in binnentuinen te vinden. Het is net als de plataan een mediterrane boom. Als het vriest ben je hem kwijt. Daarom planten wij hem als gemeente niet.’
Emotioneel
Vergroening is een officieel beleid van de gemeente en daarom zijn er 250 nieuwe groeiplaatsen in de stad gecreëerd. ‘Maar niet in het centrum, laat staan op de Wallen. Het is hier gewoon te vol: overal liggen kabels en leidingen. Elke boom vraagt toch algauw 25 vierkante meter en een diepte van één meter.’
Hoe belangrijk zijn bomen eigenlijk voor ons mensen?
Kaljee: ‘Veel mensen zijn emotioneel betrokken bij bomen. Ze raken er aan gehecht. Vroeger kwamen er nog weleens klachten – te veel schaduw en te veel vogelgekwetter – maar tegenwoordig is dat een stuk minder. De mensen zijn veel meer het belang gaan zien. Bomen bepalen het beeld, geven schaduw, slaan kooldioxide op en verbeteren de luchtkwaliteit. Mensen hebben er veel meer respect voor gekregen.’
TEKST: WILLEM OOSTERBEEK
FOTO: RENÉ LOUMAN