Handhaving Openbare Ruimte: TOEZICHT IS IETS ANDERS DAN TOEKIJKEN
‘Ze zijn er nooit als je ze nodig hebt. En als je ze niet nodig hebt, wemelt het ervan.’
Deze oeroude verzuchting over de politie wordt tegenwoordig ook geslaakt over de gemeentelijke handhavers. Vooral de Bevoegde Opsporings Ambtenaren (BOA’s) van de dienst Toezicht en Handhaving Openbare Orde (THOR) krijgen dit verwijt in de binnenstad.
Maar als ze er wél zijn, wat doen ze dan? Of beter: wat doen ze niet? En waarom?
Het is tijd voor een nieuwe benadering van het uitgaanspubliek.
Trucje
Terwijl iedereen van harte hoopte dat nieuwe overlast na het opheffen van de lockdown geen kans zou krijgen, namelijk door gemeentelijke handhaving, kunnen schreeuwende feestgangers op de Wallen toch weer volop hun gang gaan. De door het gemeentebestuur hard gestelde regels lijken niet te worden gehandhaafd.
Ondanks een alcoholverbod wordt er op straat volop gedronken. Dat is elke morning after pijnlijk zichtbaar als op stoepen en in vensterbanken de bierblikjes en drankflessen als ‘stille getuigen’ achterblijven.
Om overlast door overmatig alcoholgebruik te voorkomen, mag in het centrum na tien uur ’s avonds geen drank meer worden verkocht buiten cafés en terrassen. Hoewel handhaving het zou moeten verhinderen, gaat de verkoop in minisupermarkten en snackbars gewoon door. Met een trucje weliswaar.
De klant krijgt zijn of haar blikje bier mee in een papieren zakje en de waarschuwing om niet al te openlijk te drinken als ergens een geel hesje te zien is. Ook wijnflessen gaan zo de papieren zak in. En wie nog sterkere drank koopt om op straat te feesten, koopt daar bijvoorbeeld een pak appelsap bij. De limonade verdwijnt de gracht in en de Jack Daniels gaat vermomd als een onschuldig pak vruchtensap verder.
Bewoners en ondernemers zien het gebeuren, de handhavers niet. Of ze willen het niet zien.
Ontwijkingsgedrag
Je zult maar handhaver zijn in zo’n druk gebied. Met zoveel overtreders. Waar moet je beginnen? Als je iemand met alcohol ziet, maakt die vaak deel uit van een groep. En er lopen er veel meer met een blik bier in de hand. Wie geef je dan een bon? En hoe reageert de groep? Terwijl je die eerste bon uitschrijft, staat de rest van de groep je te bespugen. Nogmaals: je zult maar die handhaver zijn. Dus je doet maar liever niets. Wel zo veilig.
Hier zijn mooie, deftige vaktermen voor: ontwijkingsgedrag en handelingsverlegenheid.
Het verklaart waarom je twee handhavers met de rug tegen de brugleuning ziet staan, terwijl het bier langs ze heen klotst. Voor het uitgaanspubliek is dan de boodschap: ‘Zie je wel, op de Wallen kan gewoon alles.’
Taakstelling
Toezicht lijkt het nieuwe toekijken geworden. En dat zal een zichzelf respecterende handhaver geen gemakkelijk gevoel geven. Daar ben je geen handhaver voor geworden. BOA’s gaan er daarom toe over om voor de ongemakkelijke capitulatie een zelfrechtvaardiging te zoeken.
Een voorbeeld uit de praktijk.
Een joelende groep bezoekers schreeuwt om half twaalf ’s nachts de bewoners van de Achterburgwal en de Zeedijk uit hun slaap. Twee handhavers lopen er op een meter afstand langs zonder er iets van te zeggen. Gevraagd waarom zij niks zeggen van het geschreeuw is de verbijsterende verklaring: ‘Dat behoort niet tot onze taakstelling.’
Na de repliek dat juist dit geschreeuw de pest is voor bewoners en dat zij verwachten dat handhaving juist daarop moet reageren is het antwoord: ‘Dit zijn de Wallen. Daar hoort een bepaalde mate van feestgedruis bij …’
Ja, als handelen écht hun taak niet zou zijn en het geschreeuw er écht allemaal bij zou horen, dan kan Amsterdam op de handhaving een hoop belastinggeld besparen.
‘Omdenken’
Omdat handhaven op de verstokte manier niet werkt, moet de organisatie op zoek naar een andere vorm van benadering van het uitgaanspubliek. Nu nog is de norm dat een handhaver pas berispend gaat optreden als er al een overtreding is geconstateerd. Dat betekent in veel gevallen een bon.
Er wordt nu gestudeerd op die andere aanpak die zich tijdens grote voetbalevenementen al heeft bewezen. Loop je met bier, dan zegt ome handhaver ‘gooi ’m maar in deze container’. Bier kwijt. Zonde. En daarna de volgende patiënt: ‘Bier hier …’ Snel en efficiënt. En geen discussie. Een duidelijke boodschap aan het publiek: zo zijn onze manieren.
En voor wie niet wil luisteren, is er altijd het bonnenboek nog.
Handhavers moeten op gedrag gaan reageren vóórdat het overlast wordt. Dat betekent: aanwezig zijn, het publiek aanspreken en dit wijzen op de geldende normen. Tonen waar we als Amsterdammers trots op zijn.
Met een nieuwe aanpak wordt de handhaver weer de bewaker van de geldende normen in Amsterdam, ook op de Wallen.
Voor de organisatie van THOR betekent het ‘omdenken’.
TEKST: BERT NAP